Een fiets kiezen
Als je op een wat langere fietstocht gaat, zijn er keuzes, die moeten worden gemaakt. Één daarvan is de keuze voor een fiets en zelfs die kan worden onderverdeeld in verscheidene kleine, maar fundamentele keuzes. Volgens mij zijn de belangrijkste: frame materiaal, wielmaat, type stuur, versnellingen, remmen en misschien nog de verdeling van de bagage.
Ik zal mijn keuzes beschrijven en hier en daar in detail treden, maar ik wil de meeste achterliggende technische eigenschappen achterwege laten
Frame materiaal
Tegenwoordig is de keuze feitelijk staal of aluminium. Natuurlijk zou je jezelf kunnen verwennen met een titanium of carbon frame, maar voor langere reizen met een fiets vol bagage hebben deze materialen niet te onderschatten nadelen. Titanium bijvoorbeeld is minder stijf dan staal en je hebt een specialist nodig met specialistische gereedschappen om het te repareren. Carbon is erg stijf (als je dat wil) en je kan er een erg licht frame mee bouwen, maar het begint al met het vinden van een carbon frame dat enigszins geschikt is voor toerfietsen. Doorgaans vind je geen schroefdraad waar je een bagagedrager op zou kunnen bevestigen. En dan, hoe prachtig Carbon ook is -en ik ben een fan- voor wat van een toerfiets gevraagd is, is het niet geschikt - in ieder geval niet voor mij.
Dus voor mij was de keuze: staal of aluminium. Eigenlijk was deze keuze hoofdzakelijk bepaald door andere factoren dan het materiaal zelf; bijvoorbeeld door geometrie. De zitpositie, het type stuur (hierover verderop meer) en wielmaat waren voor mij belangrijker. Uiteindelijk koos ik voor aluminium, maar dit was dus zoals beschreven, voornamelijk bepaalt door de geometrie en wat er op de markt beschikbaar is. Wel had ik bij twijfel altijd eerder naar staal geneigd, maar ik heb erg goede ervaringen met aluminium frames van Cannondale. Bovendien paste ne de geometrie erg goed.
Cannndale heeft een fiets in het gamma die "touring" heet. Deze voldeed nagenoeg volledig aan mijn eisen: sportieve geometrie met krom stuur, schijfremmen, derailleurversnelling en montageogen voor bagagedragers voor en achteren. Wie meer heeft gelezen over mijn fietsgeschiedenis (op hugmybike.nl), weet dat dit niet mijn eerste Cannondale is. Mountainbikes en racefietsen gingen de touring voor, maar touringfietsen is waar het bij Cannondale mee begon.
Goed, de touring. Er zijn twee modelvarianten. De "touring ultimate" met volledig Shimano Ultegra 2x11 en hydraulische schijfremmen en spatborden. Allemaal mooie specs, ook andere voor mij minder interessante, maar enorm veel duurder dan de andere optie: de "touring 1".
De touring 1 heeft een 2x10 Tiagra groepset met mechanische schijfremmen en geen spatborden. Allemaal zaken die me niet aanstonden, maar het heeft de juiste kleur en was véél goedkoper. €1200,- goedkoper. Ik wilde hoe dan ook mijn eigen wielen maken en de groepset, remmen en spatborden waren zaken, die ik zelf kon ombouwen.
Wielmaat
De keuze voor de wielmaat wordt bepaald door een aantal zaken, denk ik. De meer gangbare maten zijn 26" en 28" en 29" wordt steeds populairder wordt geleidelijk beter beschikbaar. Eén van de eerste zaken om je zorgen over te maken is het vinden van binnen- of buitenbanden als je onderweg bent. 26" vind je overal (zelfs in Afrikaanse dorpjes). 28" is ook vrijwel overal te krijgen, maar 29" is nog relatief nieuw en niet overal te verkrijgen. Zeker niet met toerfiets-profiel en breedte.
Bovendien bepaalt de diameter van het wiel - in theorie - de stijfheid en draagvermogen van een wiel. Dit komt vooral door de as-breedte. Een kleinere diameter velg met dezelfde as-breedte is stijver in zijn geheel, mar vooral zijdelings. Door de diameter van het wiel te vergroten maar de as-breedte niet, worden spaken steeds rechter (de velg-spaak-as-driehoek wordt scherper) en minder bestand tegen zijdelingse bewegingen. Van de drie wielmaten is 26" dus het meest robuust.
Tot slot beïnvloed de diameter van de wielen ook de karakteristiek van het rijgevoel. Als je snel wil accelereren en remmen is een kleinere wielmaat gunstiger. Een grotere wielmaat heeft een hogere inertie en zal daarom minder snel accelereren of afremmen, maar als deze eenmaal op ging is, blijft hij makkelijker door rollen. Voer toeren is een grotere wielmaat wat dit betreft dus beter.
Met de ervaringen die ik heb met 26" (mtb) en 28" (racefiets) was ik er snel uit, dat ik voor mijn toerfiets 28" wil.
De touring 1 was standaard uitgerust met redelijke wielen, maar aangezien ik toch een naafdynamo en 6-gaats IS remschijven wilde, heb ik besloten mijn eigen wielen te bouwen. Bovendien wilde ik wat sterkere velgen, omdat ik aardig wat bagage mee zou nemen en niet alle wegen verhoud zullen zijn.
Wat betreft de velgen heb ik gekozen voor DT Swiss 545d 700c. Deze zijn schijfrem-specifiek, 32-gaats gebust en relatief breed met een binnenbreedte van 21 mm. De extra breedte zorgt ervoor dat de band minder bol om de velg zit, wat het bochtengedrag ten goede komt. Ook is dit gunstig voor het dragen van meer gewicht en het verlaagt de kans op snake-bites.
Sturen
Een ander gegeven waarvan ik meteen vrij zeker was, is het type stuur, dat ik wilde gebruiken. Een stuurbocht, of krom stuur, zoals ook op racefietsen gebruikt wordt. Ik vind de vele mogelijke handposities prettig en -alhoewel dit minder belangrijk is- zit ik aerodynamischer op de fiets.
Andere mogelijkheden waren een recht stuur (zoals mountainbikes) of vlindersturen. Deze bieden ook een veelheid aan verschillende handposities, maar zijn geschikter voor een zitpositie die wat verticaler is. Er is een mooi artikel te lezen over sturen op cyc
Andere mogelijkheden waren een recht stuur (zoals mountainbikes) of vlindersturen. Deze bieden ook een veelheid aan verschillende handposities, maar zijn geschikter voor een zitpositie die wat verticaler is. Hier is een mooi artikel te lezen over sturen.
Versnellingen
Voor wat betreft versnellingen zijn er eigenlijk maar twee keuzes: versnellingsnaaf of derailleur-versnellingen. Sinds kort zijn er ook pivot-versnellingssystemen in toerfietsen te vinden, waar de versnellingen in het bottom bracket zitten, afgesloten van de elementen een beetje vergelijkbaar met versnellingsnaven. Dit systeem kom je in toerfietsen nog niet heel veel tegen en het is behoorlijk kostbaar. De voor- en nadelen lijken op die van versnellingsnaven met het verschil dat het gewicht (vrij veel trouwens) van het versnellingsapparaat niet in het achterwiel zit. Voor zover ik kan zien, is het belangrijkste voordeel, dat bij een fiets met vering achteren het ongeveerde gewicht lager is en dus het veergedrag beter is.
Versnellingsnaven hebben een aantal grote voordelen: Allereerst heeft de ketting minder te lijden, omdat hij niet van tandwiel naar tandwiel verplaatst hoeft te worden. Hierdoor kan je bovendien met een kettingkast de ketting beter afschermen van de elementen of beter nog: je kan de ketting in zijn geheel vervangen door een aandrijfriem. Deze vervangt de gesmeerde ketting door een droog, ongesmeerd en vrijwel onderhoudsvrij alternatief. Ik heb een stadsfiets gehad met een Gates carbon drive en het is briljant. I kreeg nooit vieze broeken en heb eigenlijk nooit onderhoud hoeven te plegen. Maar voor een toerfiets heeft een versnellingsnaaf wat mij betreft een aantal nadelen: beperkte keuze in versnellingen, niet zelf service uit te voeren (ook al is dat nauwelijks nodig), hoger gewicht en prijs en weerstand.
Een derailleur-systeem slijt sneller, staat meer bloot aan weersinvloeden en je krijgt eerder een vieze broek. En er is nog een aantal nadelen, maar de voordelen zijn voor mijn wensen belangrijker: Makkelijk te onderhouden, erg flexibele versnellingsratio's en meer versnellingen. Bij dit laatste punt gaat het me niet om het kunnen opscheppen maar om de wijze hoe het systeem de versnellingen verdeeld in individuele stappen. Ik weet dat Rohloff Speedhub liefhebbers het niet met me eens zullen zijn, omdat een 2x11-versnellingen setup overlap heeft, hetgeen resulteert in effectief 15 of 16 versnellingen, afhankelijk van de grootte van de kettingbladen, waar een Rohloff Speedhub 14 versnellingen heeft. Toch vind ik de verdeling van de stappen tussen de versnellingen prettiger en doorslaggevend is de mogelijkheid de vertanding aan te kunnen passen.
Remmen
De keuze bij remmen is eenvoudig: velg- of schijfremmen. Om het iets interessanter te maken kan je in beide gevallen nog kiezen voor hydraulisch of bekabeld. Ik zal de voor en nadelen in dit geval niet uitvoerig bespreken. Ik heb gekozen voor hydraulische schijfremmen: vrijwel onderhoudsvrij (zeker op een 4-5 weekse toer), gesloten systeem, lichte bediening, goede modulatie, geen slijtage van de velg, remblokken vervangen duurt 2 minuten.
Bagage
Het laatste punt om over na te denken bij de keuze voor een bepaalde fiets is de verdeling van de bagage. Mogelijkheden zijn fietstassen voor en/of achter en fietsaanhangers. Die laatste optie wil ik meteen afschrijven. Ik vind het gevoel van een aanhanger achter een fiets erg onprettig. Bij het optrekken word je afgeremd en bij het remmen wordt je voortgestuwd. Het maakt je minder wendbaar en de rolweerstand is hoger dan bij een zwaardere fiets. Alles wat ik mee wil nemen, moet op de fiets, wat betekent dat ik voor- en achtertassen zal gebruiken. Ik vind dat ook een prettig rijgevoel. De fiets reageert wat trager door het gewicht, maar de stabiliteit is erg fijn. Ik moet hierbij wel vermelden, dat de geometrie van de fiets moet kloppen om een fiets met voortassen goed te laten voelen. Het middelpunt van het voorwiel moet vóór het draaipunt van de stuuras zitten. Is dat niet het geval, zal het stuurgedrag te nerveus zijn, wat vooral bij hoge snelheden onprettig of zelfs gevaarlijk kan zijn.
Tot zo ver over de keuzes die ik gemaakt heb om tot deze fiets, de Cannondale touring, te komen. In een later bericht zal ik de gebruikte onderdelen bespreken.
Bevalt dit verhaal? Klik "Appreciate" en vind meer op hugmybike.nl