Loading

Sterke werkwoorden 1 Nederlands

1. Vul in:

1. sluiten - sloot - ...

2. lezen - las - ...

3. vragen - vroeg - ...

4. schuiven - schoof - ...

5. hangen - hing - ...

6. malen - maalde - ...

7. fluiten - floot - ...

8. druipen - droop - ...

9. stijgen - steeg - ...

10. barsten - barstte - ...

2. Vul in:

1. spuiten - spoot - ...

2. braden - braadde - ...

3. slinken - slonk - ...

4. slijpen - sleep - ...

5. zwelgen - zwolg - ...

6. nijgen - neeg - ...

7. trekken - trok - ...

8. schenden - schond - ...

9. spannen - spande - ...

10. zuigen - zoog - ...

3. Vul in:

1. spruiten - sproot - ...

2. winnen - won - ...

3. blinken - blonk - ...

4. raden - raadde - ...

5. grijpen - greep - ...

6. zingen - zong - ...

7. lopen - liep - ...

8. heten - heette - ...

9. snijden - sneed - ...

10. lijden - leed - ...

4. Vul in:

1. varen - voer - ...

2. kluiven - kloof - ...

3. verliezen - verloor - ...

4. stuiven - stoof - ...

5. dragen - droeg - ...

6. bannen - bande - ...

7. graven - groef - ...

8. schrikken - schrok - ...

9. drijven - dreef - ...

10. vliegen - vloog – ...

5. Vul in:

1. wijten - ... - geweten

2. nemen - ... - genomen

3. vechten - ... - gevochten

4. helpen - ... - geholpen

5. klinken - ... - geklonken

6. breken - ... - gebroken

7. verdwijnen - ... - verdwenen

8. sterven - ... - gestorven

9. vreten - ... - gevreten

10. bakken - ... - gebakken

6. Vul in:

1. weten - ... - geweten

2. zwemmen - ... - gezwommen

3. liegen - ... - gelogen

4. ruiken - ... - geroken

5. splijten - ... - gespleten

6. bederven - ... - bedorven

7. drinken - ... - gedronken

8. kopen - ... - gekocht

9. jagen - ... - gejaagd

10. behangen - ... - behangen

7. Vul in:

1. denken - ... - gedacht

2. vergeten - ... - vergeten

3. werpen - ... - geworpen

4. scheiden - ... - gescheiden

5. vrijen - ... - gevreeën

6. ontginnen - ... - ontgonnen

7. melken - ... - gemolken

8. kruipen - ... - gekropen

9. bijten - beet - gebeten

10. kiezen - ... - gekozen

8. Vul in:

1. brengen - ... - gebracht

2. zweren - ... - gezworen

3. klimmen - ... - geklommen

4. duiken - ... - gedoken

5. moeten - ... - gemoeten

6. smijten - ... - gesmeten

7. schelden - ... - gescholden

8. brouwen - ... - gebrouwen

9. prijzen - ... - geprezen

10. treffen - ... - getroffen

9. Vul in:

1. blazen - ... - geblazen

2. vlechten - ... - gevlochten

3. dringen - ... - gedrongen

4. wegen - ... - gewogen

5. sluipen - ... - geslopen

6. vouwen - ... - gevouwen

7. kijken - ... - gekeken

8. vinden - ... - gevonden

9. schuilen - ... - gescholen

10. weven - ... - geweven

10. Vul in:

1. ... - zat - gezeten

2. ... - zwol - gezwollen

3. ... - gold - gegolden

4. ... - werd - geworden

5. ... - leek - geleken

6. ... - borg - geborgen

7. ... - lag - gelegen

8. ... - speet - gespeten

9. ... - stootte - gestoten

10. ... - zocht - gezocht

11. Vul in:

1. ... - kromp - gekrompen

2. ... - genoot - genoten

3. ... - zon - gezonnen

4. ... - ploos - geplozen

5. ... - at - gegeten

6. ... - trad - getreden

7. ... - verdroot - verdroten

8. ... - kneep - geknepen

9. ... - gaf - gegeven

10. ... - kreeg - gekregen

12. Vul in:

1. ... - hoefde - gehoeven

2. ... - schoot - geschoten

3. ... - bezweek - bezweken

4. ... - stak - gestoken

5. ... - bood - geboden

6. ... - dwong - gedwongen

7. ... - streed - gestreden

8. ... - zonk - gezonken

9. ... - wees - gewezen

10. ... - verried - verraden

Credits:

Created with images by Ioana Cristiana - "untitled image"

Report Abuse

If you feel that this video content violates the Adobe Terms of Use, you may report this content by filling out this quick form.

To report a Copyright Violation, please follow Section 17 in the Terms of Use.