PROGRAMMA

• Philip Hayes (1738-1797) — Concerto nr. 5 in Bes
• Jean-Jacques Robson (1723-1785) — Concerto grosso
• Henri-Jacques De Croes (1705-1786) — Divertimento nr. 5 uit opus 4
• Pierre-Joseph Vanden Bosch (1736-1803) — Concerto nr. 4 uit opus 3

Het Engelse John Snetzler-orgel uit 1777, in de intimistische setting van het hoogkoor van Sint-Jacob, leent zich uitstekend tot de uitvoering van een repertoire dat elders minder aan bod kan komen.

Bedoeld als ‘kamerorgel’ werden instrumenten als dit heel vaak gebruikt bij de uitvoering van concerti voor orgel met ensemble. Met uitzondering van Händels orgelconcerti wordt deze muziek nog maar heel zelden uitgevoerd.

Ten onrechte, zoals bijvoorbeeld de concerti van Philip Hayes (1738-1797) bewijzen. De intekenlijst van deze bundel met niet minder dan 455 namen is een van de omvangrijkste uit de hele 18de eeuw, en leest als een who is who van de Engelse muzikale wereld.

In Sint-Jacob mag de muziek van Henri-Joseph De Croes (1705-1786) niet ontbreken. Hoewel zijn latere loopbaan, als kapelmeester van Karel Van Lotharingen, zich vooral in Brussel afspeelde, begon hij zijn muzikale carrière als eerste violist van deze Sint-Jacobskerk, waar hij vanop het koordoksaal nog de bouw van het Forceville-orgel (1727-1729) meemaakte.

Zowel de Concerts pour clavecin et orgue van de Antwerpse kathedraalorganist Pierre-Joseph Vanden Bosch (1736-1803) als het Concerto grosso van de Tiense kapelmeester Jean-Jacques Robson (1723-1785) kennen een solistische rol toe aan het orgel. Dat is uniek in de sowieso al beperkte Zuid-Nederlandse literatuur voor orgel. Anders gezegd: het zijn de enige bekende concerti voor orgel uit Vlaanderen.