16.A.1

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ICH

2. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: DU

3. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ER

4. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (ENKELVOUD)

5. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ES

6. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: WIR

7. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: IHR

8. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (MEERVOUD)

9. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

10. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ES

16.A.2

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ICH

2. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: DU

3. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ER

4. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

5. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ES

6. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: WIR

7. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: IHR

8. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (MV)

9. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

10. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ES

16.A.3

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ES

2. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ICH

3. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: DU

4. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ER

5. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

6. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ES

7. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: WIR

8. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: IHR

9. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: SIE

10. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

16.A.4

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ICH

2. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ER

3. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ES

4. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: IHR

5. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

6. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: DU

7. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

8. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: WIR

9. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (MV)

10. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ES

16.A.5

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: IHR

2. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ICH

3. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ER

4. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ES

5. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: IHR

6. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

7. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: DU

8. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

9. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: WIR

10. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: SIE (MV)

16.A.6

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: DU

2. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

3. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: WIR

4. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (MV)

5. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ICH

6. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ER

7. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ES

8. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: IHR

9. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

10. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: DU

16.A.7

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

2. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: DU

3. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

4. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: WIR

5. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (MV)

6. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ICH

7. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ER

8. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ES

9. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: IHR

10. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

16.A.8

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ICH

2. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ER

3. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ES

4. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: IHR

5. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

6. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ICH

7. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ER

8. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ES

9. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: IHR

10. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

16.A.9

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: DU

2. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

3. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: WIR

4. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (MV)

5. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: DU

6. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

7. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: WIR

8. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (MV)

9. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ER

10. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ES

16.A.10

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ICH

2. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

3. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: DU

4. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

5. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: WIR

6. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (MV)

7. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: DU

8. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

9. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: WIR

10. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: SIE (MV)

16.A.11

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ICH

2. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ER

3. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: ES

4. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: IHR

5. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

6. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ICH

7. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ER

8. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ES

9. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: IHR

10. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

16.A.12

Persoonlijke voornaamwoorden

Naamvallen

Schrijf de juiste naamval op

A1 - OBIT

1. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ICH

2. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: ES

3. NOMINATIV (EERSTE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)

4. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: DU

5. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (EV)

6. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: WIR

7. DATIV (DERDE NAAMVAL) VAN: SIE (MV)

8. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: ER

9. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: IHR

10. AKKUSATIV (VIERDE NAAMVAL) VAN: SIE (BELEEFDHEIDSVORM)