Het ontstaan van reliekwieen

Theorie

Ontstaan

Het is lange tijd gebruikelijk geweest (en nog steeds) dat christenen graven van martelaren bezoeken. Bij deze graven werd door de gelovigen een maaltijd georganiseerd, een ritueel dat zijn oorsprong vindt in de klassieke voorouderverering. Het maaltijdprincipe heeft vermoedelijk in de vierde eeuw geleid tot het ontstaan van altaartafels: boven het graf van een martelaar werd een altaar geplaatst. Rond 228-337 werden hieromheen de eerste heiligdommen opgericht. Onder andere kerkvader Ambrosius (339-397) zorgde voor een verandering in deze traditie omdat hij de overblijfselen van een heilige verplaatste wegens een onveilige situatie. In principe was het niet toegestaan om overblijfselen van heiligen te verplaatsen, maar er waren tal van mogelijke redenen te bedenken waardoor toch werd gedaan.

Van 'dogen' naar noodzaak

Vanaf de 8e eeuw werd het verplaatsen van relieken zelfs noodzaak. Altaren moesten namelijk gewijd worden en dit werd mogelijk gemaakt door een relikwie. In het altaar werden hiervoor speciale holtes aangebracht; sepulchrum. Het overbrengen van relieken was echter nog steeds niet een grootschalige georganiseerde actie. De uitwisseling vond vooral plaats tussen personen van aanzien zoals koningen, keizers, bisschoppen en de paus. Deze manier van verering bleef stand houden door de wonderen die opvoorspraak van overleden heiligen gebeurden.

Souvenirs

Het ontstaan van relieken hangt nauw samen met het feit dat pelgrims graag een aandenken verwierven aan hun bedevaart tijdens het bezoeken van een graf. Hierdoor raakte net als de verspreiding van relieken vanaf de 6e eeuw na Christus ook pelgrimssouvenirs steeds meer in omloop. Zo werden er bijvoorbeeld ampullen verhandeld waarmee men een deel van de olie uit de olielampen bij het graf kon meenemen.

Relieken in het altaar en er buiten

Het bleef gewoonte om relieken in een altaar te bewaren, maar daarnaast ontwikkelde zich het gebruik om heilige gebeente in losse reliekhouders te vatten. De vroegste reliekhouders waren eenvoudig van vorm. Het waren simpele kistjes die naar verloop van tijd steeds uitvoeriger versierd werden. Uiteindelijk mondde deze ontwikkeling uit in het gebruik van schrijnen (kistjes met een klein dakje). Bovendien ontstond een nieuwsgierigheid van het volk naar de relieken waardoor ze uiteindelijk vaak zichtbaar voor het blote oog werden tentoongesteld, achter glas (ostensorium).

Beeld

Reis-relieken & vervoerskistjes
Ruimte in het altaar waar een reliek in werd bewaard om het altaar heilig te kunnen verklaren.
Souvenirs om relieken in mee te nemen
Ostensorium - relieken, achter glas zodat het volk ze kon bekijken

Film

Het wijden van een altaar door het verbergen van een reliek

Een verborgen ruimte onder een altaar, mogelijk voor een reliek

Voorbeelden van relieken

Voorbeelden van relieken

Voorbeelden van relieken

Made with Adobe Slate

Make your words and images move.

Get Slate

Report Abuse

If you feel that this video content violates the Adobe Terms of Use, you may report this content by filling out this quick form.

To report a Copyright Violation, please follow Section 17 in the Terms of Use.