Op 8 maart vond het eerste college Ulcus Cruris eXtra plaats, een onderdeel van de serie verdiepingsscholingen over wondzorg die het NTVW in samenwerking met Saffier Creatieve Communicatie aanbiedt in wondzorg. Tijdens een volle dag deelden diverse professionals, ieder vanuit de eigen expertise, belangrijke kennis en ervaringen met de cursisten. Het geheel werd ondersteund met een uitgebreide cursusmap met veel wetenschappelijk materiaal, publicaties, abstracts en illustraties van de besproken systemen. De deelnemende cursisten vonden het een zware dag, maar zeer de moeite waard. Het programma boeide hen tot het einde.
Vaste docent in de College eXtra serie van het NTVW is Ron Legerstee, MSc wound healing & tissue repair en docent aan de Erasmus MC Zorgacademie. Zijn presentatie kreeg de titel “Ulcus cruris venosum: een (bio-)logische uitkomst van een lange geschiedenis” mee. Hij introduceerde deze als volgt: ‘Als we zeggen dat het open been een acute wond is, zal deze stelling in een debat waarschijnlijk niet heel lang standhouden. En, toegegeven, de gebeurtenissen die aan een open been voorafgaan zijn talrijk en kennen een lange geschiedenis. Daarom ligt het meer voor de hand dit wondtype tot de chronische (gecompliceerde) wonden te rekenen.’ In een uitvoerig narratief vertelt hij over zo’n geschiedenis, met als einde het ulcus cruris venosum. De hoge druk in de aderen, de niet goed functionerende kleppen, de kuitspierpomp die het laat afweten (of niet wordt benut); het uittreden van vocht (eerst water, later elektrolyten, dan eiwitten en nog later zelfs cellen); het oedeem in de weefsels; de vermindering van afvoer via de lymfe; de bruine verkleuring van de huid rond en boven de enkel. En uiteindelijk (nou ja, in 3 á 4 decennia) verdwijnen ten gevolge van dit alles de zo belangrijke haarfollikels en talgkliertjes waardoor, de belangrijkste functie van de huid (bescherming) niet meer wordt geboden.Ondanks al deze pathofysiologische en anatomische veranderingen zou de huid nog steeds intact kunnen zijn. Niemand zou weten hoe slecht dit weefsel nog in staat is te kunnen genezen of een infectie buiten de deur te houden. Tót het moment dat een wondje ontstaat in dit zieke weefsel, dat zich dan snel uitbreidt tot het “open been”.
Veneus of arterieel
Toen de mens, nu zo’n drie miljoen jaar geleden, besloot om rechtop te gaan lopen, had dat zeker voordelen. Het had echter ook een keerzijde. Het hart kwam daardoor nog vijftig cm hoger dan de voeten te liggen (in vergelijking met een mens die zich voortbeweegt op handen en voeten) en zo ontstonden door de zwaartekracht grotere drukveranderingen. Kleppen in de venen zorgen voor een juiste bloedstroomrichting.
Door stoornissen aan deze kleppen kunnen varices ontstaat. Bij langer bestaande klepinsufficiëntie decompenseert het veneuze systeem en ontstaat een syndroom dat chronische veneuze insufficiëntie (CVI) wordt genoemd.
Bij de bespreking van arteriële afwijkingen die leiden tot een ulcus cruris besprak Knippenberg de anamnese en het lichamelijk onderzoek, de hoekstenen van de diagnostiek. De arteriële vaatziekte van het been leent zich in het bijzonder voor betrouwbare diagnostiek op grond van anamnese en lichamelijk onderzoek, mits nauwkeurig en met kennis van zaken verricht. Vanuit dit startpunt besprak hij verder de definitie van CLI, risicofactoren, oorzaken, classificatie, onderzoek, chirurgie en infectie.
Soorten oedeem
Huidtherapeut Ellen Kuijper, hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Huidzorg, deelde vanuit ruim vijfentwintig jaar ervaring op het gebied van wond- en huidzorg, haar kennis over het stellen van de juiste diagnose in relatie tot de behandelmogelijkheden en opties bij oedeem. Daarbij is het essentieel dat de behandelaar weet waar hij of zij mee te maken heeft. En dat is voor het onervaren oog niet altijd gemakkelijk. Mede omdat de vele vormen van oedeem, waaronder veneus oedeem, lymfoedeem en lipoedeem, ook in een mengvorm kunnen voorkomen. Ook wordt lipoedeem vaak onterecht voor lymfoedeem aangezien, terwijl dit in beginsel een vetcelstoornis is. Oedeem is een abnormale ophoping van vocht in het weefsel als gevolg van een verstoord evenwicht tussen aan- en afvoer van vocht. Dit kan leiden tot het dikker worden van arm, been, het gelaat of de romp. Daarbij heeft lipoedeem ook nog een vetcel component. De juiste diagnose bepaalt mede de behandeling.
Behandeling van oedeem
Normaal gesproken lost het lichaam het oedeem in eerste instantie zelf op. Maar na bijvoorbeeld een ongeval of operatie kunnen er lymfeknopen of -vaten beschadigd zijn en moet het vocht doormiddel van oedeemtherapie verdreven worden.. Het doel van de behandeling is vooral gericht op het verminderen van het oedeem en op het voorkomen van toename van het oedeem. Dit vergroot de bewegingsmogelijkheden van de patiënt en draagt bij aan de wondgenezing.
De praktijk
Wat zien we zoal in de dagelijkse praktijk? Mee kijken met collega wondprofessionals en ervaringen uitwisselen is altijd een belangrijk en interactief onderdeel van de College eXtra reeks. Dit onderdeel wordt verzorgd door Kasia Huisman, redacteur van het NTVW en als wondexpert werkzaam bij BrabantZorg. Kasia deelt uitgebreide casuïstiek met de deelnemers van het college. In een presentatie van ruim negentig beelden komen bekende en ook minder bekende vormen van ulcus cruris voorbij. Daarbij worden de specifieke kenmerken uitvoerig besproken om ook de minder ervaren behandelaars een handvat te geven voor correcte waarneming.
Workshops
Voor iedere specialistische behandeling geldt dat de materialen op de juiste manier moeten worden ingezet. In het programma zijn daarvoor twee presentaties opgenomen van partners uit het bedrijfsleven. Naast de presentaties werden er ook twee intensieve workshops verzorgd. Alice van den Wijngaard (Lohmann & Rauscher), Agnes Diepenbroek (Urgo) en Jacobine Melis (namens URGO), nemen de deelnemers in de workshops mee in een effectieve en doelmatige wondbehandeling. Alice bespreekt de aspecten van vochtige wondgenezing, op basis van huidige literatuur, het wondbeleid, (kosten)effectiviteit, frequentie van verbandwisselingen, de regiefunctie en de positie van de klant/patiënt. Agnes en Jacobine bespreken het belang van de juiste druk bij het zwachtelen, een belangrijke component in de behandeling. Het uitvoeren van een enkel-arm index is volgens Jacobine een standaardonderzoek dat altijd deel moet uitmaken van het klinisch pad bij het behandelen van een patiënt met oedeem en ulcus cruris. De enkel-arm index is een meting die bedoeld is om een algemene indruk te krijgen van de toestand van de slagaders in de benen.
Wij bieden dit college voor een tweede maal aan op 18 september 2018 Inschrijven hiervoor kan nog, kijk daarvoor op www.studiosaffier.nl
Credits:
Marco Lassing